Radiolampen

De eerste radiolampen zijn aan het begin van de vorige eeuw uitgevonden. Door de gelijkenis met gloeilampen werden ze “radiolampen” genoemd.

Vanaf eind jaren veertig hebben radiolampen een strakke cilindrische vorm en worden vanaf dan “buizen” genoemd.

De benaming “lampen” wordt nog steeds gebruikt voor oudere typen: weinigen zullen een AL4 een “buis” noemen. Daarentegen zal een EL84 niet vaak een “lamp” worden genoemd.

Er zijn in de loop der jaren honderden, zo niet duizenden, verschillende typen lampen en buizen geproduceerd. In de meeste radio’s wordt echter een beperkt aantal typen gebruikt, hetgeen uit een oogpunt van standaardisatie begrijpelijk is. Ik zal hierna een aantal van deze “families” en wel de meest algemeen voorkomende toelichten.

Op de afbeeldingen hiernaast kan worden “ingezoomd” (net als op de meeste foto’s bij de radio’s)

Radio’s uit de jaren dertig:

  • Radiolampen met bakelieten voet en zij-aansluitingen op de buisvoet, vaak met top-aansluiting, dit zijn radiolampen uit de P serie.
  • ACH1 of AK1 of AK2 (mengtrap AM) – AF2 of AF7 (middenfrequent) – AB1 of AB2 (detector) – ABC1 (detector/laagfrequent versterker) – AL4 of ABL 1 (laagfrequent vermogensversterker) – AZ1 of AZ4 (gelijkrichter) – AM1 (afstemindicator)
  • Dit zijn lampen met een gloeispanning van 4 Volt.

Er zijn vergelijkbare E-types, vaak modernere versies van de A-typen.

  • ECH3 of ECH4 of EK2 (mengtrap AM) – EF5 of EF6 of EF9 (middenfrequent) – EBC3 (detector/laagfrequent versterker) – EBL 1 (detector/laagfrequent vermogensversterker) – EM4 (afstemindicator) – AZ1 (gelijkrichter; daar is nooit een E-type van gemaakt)
  • Dit zijn lampen met een gloeispanning van 6,3 Volt (behalve de AZ1)
  • Hiervan bestaan ook U-equivalenten b.v. UCH 4 voor gebruik in U-toestellen.

Radio’s uit de jaren veertig

  • Radiolampen met metalen voet waarin lange middenaansluiting: radiolampen uit de B8G serie, ook wel de 20-serie genoemd.
  • ECH21 (combinatielamp bestaande uit heptode/triode) gebruikt als mengtrap, middenfrequent versterker, laagfrequent versterker) EF22 (hoogfrequent en laagfrequent versterker) EBL21 (detector/laagfrequent vermogensversterker) – EM4 of EM34 (afstemindicator) – AZ1 (gelijkrichter)
  • Dit zijn lampen met een gloeispanning van 6,3 Volt.(behalve de AZ 1)
  • Hiervan zijn U-equivalenten (afwijkende gloeispanning) b.v.UCH21 .beschikbaar voor gebruik in U-toestellen. Als gelijkrichter zien we hier dan de UY1, deze heeft een afwijkende voet (octal)

Radio’s van eind jaren veertig, begin jaren vijftig

  • Radiobuizen geheel van glas of glas met metalen voet. Dit is de B8A, “Rimlock”- of 40 serie
  • Dit zijn buizen met een gloeispanning van 6,3 Volt.(behalve de AZ41)
  • ECH42 (mengtrap AM) – EF41, EF42 – (middenfrequent versterker, soms ook laagfrequent versterker) – EAF42 (detector/middenfrequent versterker) – EABC41 (detector/laagfrequent versterker) – EL41 (laagfrequent vermogensversterker) – EM4 of EM34 (afstemindicator) – AZ41 (gelijkrichter
  • Hiervan zijn U-equivalenten (afwijkende gloeispanning) b.v. UCH42, UL41 beschikbaar voor gebruik in U-toestellen. Als gelijkrichter zien we hier dan de UY41 of UY42

Radio’s vanaf begin jaren vijftig:

  • Geheel glazen buizen met penaansluitingen uit de B7 of B9 serie, ook wel de 80 serie genoemd.
  • Dit zijn buizen met een gloeispanning van 6,3 Volt.
  • ECC85 (FM afstemmer) – ECH81 (mengtrap AM) – EF85 of EF89 (middenfrequent) – EABC80 (detector/laagfrequent versterker) – EL84 (laagfrequent vermogensversterker) – EZ80 (gelijkrichter) – EM80 of EM84 (afstemindicator).
  • Wat minder vaak: EC92 (FM afstemmer) – EBF89 (detector/middenfrequent) – EAA91 (detector) – ECC 83 (laagfrequent versterker) – ECL86 (laagfrequent voor- en vermogensversterker)
  • Voor z.g.n. U-radio’s waren hiervoor U-equivalenten beschikbaar (UCC85, UCH81, e.d.). Komen minder voor en zijn daarom schaarser.

Radio’s uit eind jaren twintig/begin jaren dertig hebben radiolampen uit de B4, B5, C, UX 4 t/m UX 7 serie en vaak cijfers of een combinatie van letters en cijfers om het type aan te duiden. Voorbeelden: E462, C443

Ook Engelse/Amerikaanse lampen uit de I.O (octalserie) komen veel voor in Engelse of Belgische radio’s uit de jaren veertig. Voorbeelden 6K8, 6L6

Duitse radio’s uit de jaren veertig hebben soms (metalen) lampen uit de G8A- of 11 serie (“Stahlröhren). Voorbeelden: ECH 11, EL12