De meeste zeezenders mikten op een groot bereik en richtten zich hoofdzakelijk op het relatief dichtbevolkte Zuid-Oosten van Engeland. Er waren enkele uitzonderingen, Radio Scotland, Radio Caroline North en Radio 270. Geïnspireerd door het succes van o.m. Caroline en Radio London maakte eind 1965 een groep zakenmensen uit Yorkshire plannen voor een station dat zich richtte op het Noord-Oosten van Engeland.

Deze plannen werden met groot enthousiasme begroet en lokale bedrijven en geldschieters waren bereid hierin te participeren teneinde hun producten onder de aandacht van het publiek te brengen.

Er werd een zakelijke constructie bedacht waarbij een tweetal in Panama registreerde firma’s als eigenaar van apparatuur en schip zouden gaan functioneren en vervolgens werd een (relatief klein) schip aangekocht.

Dat schip was de .”Oceaan VII”, een Nederlandse motorlogger, ook bekend als Scheveningen 333. 

Ze was gebouwd in 1939, mat bruto 179 ton, had een lengte van 35,75 meter en was 7 meter breed. 

Daarna werd het omgebouwd tot zendschip. Het kreeg twee studio’s, een antennemast van 46 meter hoog, en een 10 kWatt zender type BTA 10J1 van RCA (“Radio Company of America”). Daarnaast generatoren, een 6,000 gallon water tank, twee 650 gallon tanks voor dieselolie, een water distilleertoestel en de voor dit type schip gebruikelijke nautische hulpmiddelen zoals radar en radiotelefonie.

De tijdsplanning was krap. De heren hadden haast, er moest geld (terug)verdiend worden. Als startdatum voor de programma’s was 1 april 1966 vastgesteld. Deze datum werd niet gehaald.

De opening van het station werd bedorven door slecht weer en een bijna – ramp. Het radio personeel was de dag daarvoor in een ander schip met grammofoonplaten en ander programma materiaal vanuit Scarborough op weg gegaan naar Grimsby vanwaar de “Oceaan VII” was vertrokken. Op volle zee vond – in slecht weer –  een rendez-vous plaats waarna koers gezet zou worden naar Scarborough om voor de geplande opening op 1 april 12 uur.

Onderweg verslechterde het weer en brak een deel van de mast af. De bemanning wist dit deel op volle zee te verwijderen waardoor erger werd voorkomen. Tenslotte werd de “Oceaan VII” terug gesleept naar Grimsby voor reparaties.

Het relatief kleine schip had veel last van de ruwe zee waardoor later nog een keer een andere en meer beschutte ankerplaats werd gekozen.

 Het werd uiteindelijk 4 juni 1966 dat de proefuitzendingen begonnen en de openingsdatum was 9 juni 1966. Uitgezonden werd van 6.30 uur ’s ochtends tot 1 uur ’s nachts.

De frequentie was 1115 kHz, golflengte 269 meter (“270” lag beter in het gehoor dan “269”) , een relatief “stille” frequentie die mede door het lage vermogen weinig problemen opleverde. 

De programma’s bestonden uit populaire popmuziek (“Top 40 format” – zoals de meeste zeezenders) en werden live vanaf het schip uitgezonden. Plannen voor een wat gevarieerder format met vooraf opgenomen programma’s werden al snel bijgesteld. De populariteit van de zender in de regio vertaalde zich in een groot aantal commercials van veelal lokale en regionale bedrijven.

Op 14 augustus 1967 om middernacht ging Radio 270 uit de lucht. Het schip werd uiteindelijk in 1969 gesloopt. De radioapparatuur was al eerder van boord gehaald. De zender is later nog gebruikt door “Capital Radio” en kwam uiteindelijk ook nog op de Janine van Radio Atlantis terecht maar is daar nooit gebruikt. Of de investeerders hun geld hebben terugverdiend is niet bekend.