Zeezenders en Wetgeving
INLEIDING
Het onderwerp zeezenders is heel nauw verbonden met wet- en regelgeving. In de hele zeezender geschiedenis wordt gesproken over begrippen als territoriale wateren, piraterij, vrije zee, Marine Offences Act, etc.
Tijd om deze begrippen eens onder de loep te nemen in hun relatie tot het verschijnsel zeezender. Ze worden piratenzenders genoemd, maar de juridische juistheid van deze term is twijfelachtig. Hoogstens is sprake van het slim gebruiken van de wet of het zoeken van de mazen daar in.
Piratenzenders en illegale zenders vind je op het land, waar door wet- en regelgeving het bezit en illegale gebruik van zendapparatuur duidelijk omschreven zijn.
N.B. Dit document pretendeert niet een juridisch waterdicht of compleet verhaal te zijn.
ALGEMENE INTERNATIONALE WETGEVING
1) m.b.t. Territoriale wateren
Definitie: “Territoriale wateren (ook wel: territoriale zone, territoriale zee) zijn een zeestrook, grenzend aan het landgebied van een kuststaat, waarover de soevereiniteit van deze staat zich uitstrekt (met inbegrip van het luchtruim, de bodem en de ondergrond). Binnen de territoriale wateren kan een land zelf zijn wetten bepalen en rechtspraak toepassen.” Bron: wikipedia
Deze regel is een beperking van wat heet “het vrije gebruik van de zee” en een compromis waarbij kuststaten een smalle strook zee “als de hunne” mogen beschouwen. Lang was dit een zone van circa 3 zeemijlen breed, gerekend vanaf de laagwaterlijn. Later werd deze zone opgerekt tot 12 mijl (+ een aansluitende zone van 12 mijl met beperkte rechten een een zone van 200 mijl als exclusieve economische zone). Dit gebeurde in 1982 op grond van het VN-Zeerechtverdrag.
Voor de zeezenders betekende dit: opschuiven van 3 mijl naar 12 mijl uit de kust. De forten in de Thamesmonding lagen sindsdien allemaal onbetwist binnen de territoriale wateren. In de jaren zestig was dat nog discutabel: dankzij een creatieve interpretatie van het begrip “laagwaterlijn” werden enkele forten ineens binnen de territoriale wateren getrokken (Red Sands fort - Radio 390, Shivering Sands Fort - Radio City) met als gevolg dat kon worden opgetreden tegen de uitzendingen vanaf deze forten.
2) “European Agreement for the Prevention of Broadcasts Transmitted from Stations outside National Territories”
Beter bekend als “Het verdrag van Straatsburg” en door de “Raad van Europa” (European Council), gesloten op 22 januari 1965. Dit is geen wet, maar een overeenkomst. Deze overeenkomst heeft tot doel het bestrijden van uitzendingen van buiten de territoriale wateren met als reden radiostoringen te voorkomen en ook anderszins te kunnen optreden tegen ongewenste/illegale praktijken. Door dit verdrag werd medewerking aan radio- of tv-uitzendingen vanaf vaar- en vliegtuigen in internationale wateren verboden. Dit verbod geldt voor ingezetenen en bedrijven van/in de bij het verdrag aangesloten landen. Het verdrag trad in februari 1965 in werking.
Nederland, België, Denemarken, Zweden, Frankrijk, Griekenland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk waren de eerste ondertekenaars van dit verdrag. (Afgezien van Luxemburg en Griekenland allemaal “zeezendergevoelige” landen.
De bedoeling was dat Europese landen dit verdrag zouden ratificeren, en de inhoud er van in hun nationale anti-zeezender wetgeving zouden opnemen. Deze zgn ratificatie is de officiële bekrachtiging van een internationaal verdrag door een staat. Zoals bekend, heeft niet iedere staat dat laatste meteen gedaan. (b.v.. Nederland pas in 1974, Engeland in 1967, Duitsland in 1969, Frankrijk in 1969, Ierland in 1968, België had al in 1962 anti-zeezender wetgeving evenals Denemarken en de andere Scandinavische landen.
3) m.b.t. Piraterij op Zee en Scheepsregistratie
- PIRATERIJ OP ZEE
Piraterij op zee is niet zo maar een term maar een nauwkeurig omschreven juridisch begrip. Het is vastgelegd in Internationale wetgeving als onderdeel van de “Convention on the High Seas”. Piraterij heeft een lange geschiedenis waarop hier niet verder wordt ingegaan.
De enigszins vereenvoudigde definitie van piraterij op zee is de volgende:
“Elke illegale daad van geweld, in beslagname, opbrengen of beschadiging door schepen, of opvarenden daarvan, jegens een ander schip, personen of eigendommen daarop, op een plaats buiten de jurisdictie van enige staat.” (m.a.w. op de “vrije zee”). Illegaal wil zeggen zonder toestemming van enige erkende overheid.
Het zal duidelijk zijn dat de door een zendschip op zee uitgeoefende activiteiten niet als piraterij gedefinieerd kunnen worden.
Het opbrengen van de beide Caroline schepen in 1968 door Wijsmuller lijkt in dit verband een duidelijke daad van piraterij.
Het gebruiken van radiofrequenties zonder toewijzing daarvan door enige officieel erkende instantie kan hoogstens als onwettig of illegaal worden bestempeld, maar niet als piraterij in de zin van het zeerecht. In de tijd waarin de zeezenders actief waren had een groot deel van de Europese middengolfzenders buiten de officiële golflengteverdeling (of had grotere vermogens dan afgesproken) een plekje gevonden, al dan niet in goed overleg.
- VLAG- en SCHEEPSREGISTRATIE
Een (oorlogs of overheids)schip mag op volle zee geen handelsschip enteren, behalve in een van de volgende gevallen:
- Los van de hierna volgende definities wordt aanvaard dat elke staat een daad als piraterij kan vervolgen als het gaat om een misdaad tegen de gehele internationale gemeenschap die de vrije zeevaart belemmert
- Met toestemming van staat waarvan het schip de vlag voert
- Verdenking van piraterij of slavenhandel
- Als het schip dezelfde vlag voert als het oorlogsschip
- Als het schip geen vlag, een valse vlag of een vlag van een niet erkende staat voert.
Vooral dat laatste punt is voor zeezenders belangrijk. De “vlag voeren van” of “onder de vlag varen van” een bepaald land betekent dat voor dat schip de wetgeving van het desbetreffende land van toepassing is en daar geregistreerd staat. Ook hier is het VN-Zeerechtverdrag van kracht
Het mag bekend worden verondersteld dat het ene land daarin gemakkelijker is dan het andere, zoals b.v Panama, Honduras en Liberia. Deze landen genereren inkomsten met voor reders aantrekkelijke voorwaarden en nemen het niet zo nauw met b.v. eisen aan zeewaardigheid. Dit wordt Goedkope vlag of gelegenheidsvlag (ook wel flags of convenience) genoemd. Voor de soms enigszins minder zeewaardige zendschepen een uitkomst. Ook konden de zenders in het ruim van een zendschip als “lading” worden beschouwd en niet als zendapparatuur…
Er zijn momenten geweest dat getwijfeld werd aan de registratie van zendschepen maar dat heeft voor zo ver bekend nooit tot actie geleid.
NEDERLANDSE WETGEVING
1) de “Wet Installaties Continentaal Plat”
Nederlandse wet uit 1964, bedoeld om TV Noordzee - het REM eiland - uit de lucht te halen
Hoewel het eiland zich buiten de territoriale wateren bevond stond het evenwel gefundeerd in de grond van dat gedeelte van het continentale plat, dat volgens de verdrag van Genève uit 1958 tot het Nederlandse grondgebied behoorde. Er was in Nederland alleen geen wet voor handen die het verdrag van Geneve bekrachtigde. Dat bleek de sleutel tot de ondergang van TV Noordzee en daaraan werd nu dus gewerkt.
Op 1 december 1964 was een noodwet - de Wet Installaties Continentaal Plat- aangenomen die bepaalde dat de Nederlandse wetgeving ook gold voor kunstmatige constructies die waren gebouwd op de zeebodem van het Nederlandse deel van het Continentale Plat. De wet trad op 12 december in werking. Het eiland werd ingenomen, de uitzendingen gestaakt en de apparatuur afgevoerd.
2) Ratificatie van het Verdrag van Straatsburg
Het gaat hier over de wetten 11373 (goedkeuring van het verdrag van Straatsburg) en 11374 (wijziging van de Telegraaf en Telefoonwet 1904).
Onder druk van andere Europese landen en de perikelen rond Radio Noordzee - m.n. de bomaanslag op de Mebo II, een duidelijke vorm van piraterij - werd de Nederlandse politiek gedwongen op te treden tegen de zeezenders.
Van 26 tot 28 juni 1973 worden in de Tweede Kamer de anti-zeezenderwetten behandeld. De wetsontwerpen 11373 en 11374 zijn op 30 juni 1971 ingediend door het kabinet-De Jong. Zij moeten een einde maken aan de uitzendingen van Nederlandse zeezenders, door het strafbaar maken van elke vorm van medewerking door Nederlandse ingezetenen en bedrijven. Op 28 juni 1973 stemmen 94 leden van de Tweede Kamer vóór en 39 leden tegen deze wetsvoorstellen.
Nadat de Tweede Kamer eind juni 1973 de wetsvoorstellen had aangenomen volgde begin 1974 de Eerste Kamer. Na deze parlementaire goedkeuring trad de wet per 1 september 1974 in werking.
WETGEVING IN GROOT-BRITTANIE
1) Marine, &c., Broadcasting (Offences) Act 1967, afgekort MOA
De killer van de Britse zeezenders. Ingevoerd naar aanleiding van steeds meer zeezenders en plannen daarvoor rondom het VK met als katalysator de moord op Reg Calvert (Radio City).
Het Verenigd Koninkrijk was in 1965 een van de eerste ondertekenaars van het Verdrag van Straatsburg maar dat nog niet omgezet in Nationale wetgeving. Dat gebeurde dus in 1967 met de Marine, &c., Broadcasting (Offences) Act 1967.
Deze wet maakte alle medewerking aan zeezenders door Britse ingezetenen en bedrijven strafbaar en werd op 14 augustus 1967 van kracht
De wetgeving werd aangescherpt in 1990 met grotere bevoegdheden voor de “DTI “ (Department of Trade and Industry), met als onderdeel hiervan “Department of Trade and Industry's Radio Investigation Service.” Was destijds in Engeland ondermeer belast met opsporing van etherpiraten.
Heeft aanzienlijk bijgedragen tot de val van Laser 558 en uiteindelijk ook Caroline in 1990
SCANDINAVISCHE WETGEVING
1) De “Nordic Council” en de “Lex Mercur”
De “Nordic Council” is de instantie voor formele interparlementaire samenwerking tussen een aantal cultureel en economisch noordelijke landen (“Nordic Countries”). Hiertoe behoren Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, IJsland.
Ze is opgericht in 1958 en heeft 87 vertegenwoordigers gekozen uit de parlementen van de aangesloten landen. In februari 1962 had een speciaal comité van de Nordic Council een aanbeveling gedaan om iets te ondernemen tegen de zeezenders, waaraan uitvoering werd gegeven door de regeringen van Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland. (Er waren toen in de Scandinavische wateren 3 zeezenders actief)
Dit resulteerde in wetgeving waardoor voor ingezetenen en bedrijven uit die landen het bevoorraden, adverteren, uitzenden en anderszins het verlenen van medewerking aan deze zenders een strafbare daad werd.
Het Deense wetsontwerp werd op 3 April 1962 aan het parlement voorgelegd, werd op 14 juni van kracht en kreeg de bijnaam “Lex Mercur” (“Wet Mercur” - Mercur was de naam van de Deense zeezender). Vergelijkbare wetsontwerpen werden ook in Zweden, Noorwegen en Finland bekrachtigd en tussen de vier landen werd afgesproken dat alle wetten op 31 juli 1962 van kracht werden.
BELGISCHE WETGEVING
De Belgische anti-zeezenderwet - gericht op Radio Antwerpen - werd op 13 december 1962 aangenomen.en trad 5 dagen later in werking.Toevallig op dezelfde dag dat de eigenaar van Radio Antwerpen - Georges de Caluwe - overleed. De wet trad 5 dagen later in werking maar toen lag de “Uilenspiegel” al op het strand van Cadzand. (Er was toen 1 zeezender actief)
DUITSE WETGEVING
Duitsland, dat tot 1968 was gevrijwaard van plannen om een zeezender te beginnen werd opgeschrikt door de activiteiten rondom de “Galaxy”, het voormalige zendschip van Radio London.
De Ratificatie van het Verdrag van Straatsburg en de wetgeving daar omheen, die rond 1968 al was voorbereid, werd op 2 juli 1969 van kracht. (Er was op dat moment nog geen zeezender actief)
TOT SLOT: HANDIGE TRUCS OM DE STRAFBAARHEID TE OMZEILEN EN TEGENMAATREGELEN
- Het maken van radioprogramma’s in een studio op het land is niet strafbaar. Deze programma’s en reclameboodschappen kunnen bedoeld zijn voor een legaal radiostation elders. Op onverklaarbare wijze komen deze banden dan terecht bij een zeezender waaraan door wetgeving alle medewerking verboden is. Justitie mag bewijzen dat er een verband bestaat. (De methode Delmare)
- Adverteren op een verboden zeezender is strafbaar voor ingezetenen of bedrijven in een land waarop deze wetgeving van toepassing is. Adverteer dus via een dochter in een land waar dat niet strafbaar is. Het alternatief: de d.j. van de zeezender leest de reclameboodschap voor: “voor u gelezen in naam tijdschrift” (De methode Mi Amigo) Justitie mag bewijzen dat er een verband bestaat
De meest effectieve bestrijdingsmethode van bovengenoemde methoden is de Belastingdienst de boekhouding van de desbetreffende adverteerder grondig door te laten spitten..
- Bevoorrading vanuit een land dat de medewerking niet strafbaar heeft gesteld. Waren in de jaren zeventig o.a. Spanje en Portugal. Dit is een dure en omslachtige methode, officieel was er niets op aan te merken, maar in de praktijk werd gewoon vanuit allerlei haventjes dichterbij bevoorraad. Was redelijk succesvol door het gebrek aan handhaving en door het gegeven dat Nederland pas laat met anti-zeezender wetgeving kwam.
Internationale adverteerders konden niet vervolgd worden - zoals Amerikaanse bedrijven die op Caroline of Laser adverteerden - maar met alle andere beperkingen werd het exploiteren van een zeezender er niet eenvoudiger op. Er zijn verschillende methoden om een zender te dwingen te stoppen:
- Storen: de uitzendingen hinderen met fluittonen, riedeltjes, e.d. Werd in 1970 toegepast om RNI het uitzenden onmogelijk te maken toen het zendschip voor de Engelse kust lag. Was geen populaire methode omdat het, vooral bij een ouder publiek, herinneringen aan de oorlog opriep en de Russen dezelfde methode nog steeds gebruikten.
- Belegeren. 24 uur per dag surveillance rondom het schip en alle verkeer napluizen op herkomst en bestemming (de methode “Eurosiege” bij Laser). Uitgevoerd door de DTI.
- Enteren en de zender(s) in beslag nemen, liefst met zoveel mogelijk ander vitaal materiaal. Hiervoor is een aanleiding nodig, b.v het veroorzaken van radiostoringen, liefst in het maritieme verkeer (Caroline op noodfrequentie 6215 kHz). Is juridisch twijfelachtig want dit lijkt op piraterij of “zeeroof”. Men had ook vriendelijk kunnen verzoeken een andere golflengte te kiezen i.p.v. het halve schip leeg te plunderen. Het schip zelf wordt in dit scenario niet opgebracht.
- Opbrengen en in beslag nemen, met als excuus dat er “een Nederlands/ Engels/ Belgisch - (vul maar in) belang” in het geding is. Lijkt zeer sterk op zeeroof, wat in principe strafbaar is. (Radio Paradijs)
Of deze laatste twee methoden legaal zijn of niet doet minder ter zake, het juridische geschil hierover neemt altijd geruime tijd in beslag. In die tijd is de animo van de financiers en potentiële adverteerders verdwenen, zijn er geen inkomsten en zijn de schepen als het tegen zit leeggestolen of door verwaarlozing onbruikbaar geworden.
Zo eindigde het Europese zeezender tijdperk
AvB2025-01/ tbv techniekvantoen