De LORENZ Lo6K39a voorzijde
Allereerst een verklaring van de naam: Lo staat voor “Lorenz”, 6 voor het aantal afgestemde kringen, K betekent “Kurzwelle” (Korte Golf), 39 betekent dat de ontvanger in 1939 operationeel in gebruik werd genomen en de a wil zeggen dat er genormaliseerde condensatoren in zijn gebruikt. Lorenz was de ontwerper en in veel gevallen ook de bouwer. Ik weet niet hoeveel andere producenten dit model onder de naam Lorenz hebben gemaakt, maar dit schijnt na 1943 regelmatig te zijn gebeurd.
De ontvanger kan het beste worden beschreven met de eerste zin uit het instructieboekje, vrij vertaald als: “Een rechtuit ontvanger met 6 gelijklopende afgestemde kringen en 5 buizen, een zesde buis wordt voor frequentiecontrole gebruikt. Wordt gevoed door een 50 Hz wisselspanningsnet.”
Dat het apparaat met zijn gewicht van 65 kg niet voor de luchtmacht was ontwikkeld mag duidelijk zijn: het werd gebruikt door de Kriegsmarine, zowel in mobiele als vaste opstellingen.
Het is een zeer robuust apparaat bestaande uit een gegoten aluminium chassis waarbij alle hoogfrequent trappen in gescheiden compartimenten zijn ondergebracht. Alleen de voeding en het audiodeel zijn in aparte, los te koppelen eenheden gebouwd. De spoelblokken zijn gemonteerd in een roterende trommel waarvan het bedienen erg lijkt op het openen van een brandkast. Opvallend is bij dit soort apparatuur dat de afstemming wordt weergegeven in frequenties en niet in golflengtes zoals bij de meeste omroepontvangers uit die tijd.
De ontvanger is hoofdzakelijk ontworpen voor (lange afstands)verkeer in Morse-telegrafie en moest ook om die reden erg stabiel zijn. Amplitude gemoduleerde signalen zijn ook goed te nemen mits ze sterk genoeg zijn. Zelfs ontvangst van SSB signalen is heel goed te doen, hoewel dat in die tijd niet gebruikt werd.
Het totale ontvangstbereik is opgedeeld in 8, niet al te grote (elkaar iets overlappende) frequentiebanden: band 1 (1500 - 2135 kHz), band 2 (2135 - 3050 kHz), band 3 (3050 - 4300 kHz), band 4 (4333 - 6160 kHz), band 5 (6160 - 8740 kHz), band 6 (8740 - 12400 kHz), band 7 (1240 - 1760 kHz), band 8 (1760 - 2500 kHz). Het afstemmen verloopt soepel, bovendien is er in een fijnregeling “Ton” voorzien waarmee de frequentie ongeveer 3 kHz omhoog of omlaag kan worden bijgesteld.
De 6 afgestemde kringen worden gelijklopend afgestemd d.m.v. een tweetal mechanisch gekoppelde drie-voudige afstemcondensatoren. Er zijn drie hoogfrequent trappen en een detectortrap, onderling gekoppeld door een afgestemde kring. Aan de ingang van de ontvanger zijn drie afgestemde kringen: de antennekring (1. Vorkreis), een tussenkring (2. Vorkreis) en een ingangskring van de eerste h.f. buis (1. HF-Verst.- Stufe). Maakt samen zes kringen.
Aan de ingangsselectiviteit is extra aandacht besteed, omdat bij gebruik op een groot schip of een commandopost de kans groot is dat meerdere zenders tegelijk in de lucht zijn en op deze wijze wordt de onderlinge beïnvloeding zo veel mogelijk beperkt.
De versterking van de drie h.f. trappen wordt op twee manieren geregeld: 1e en 2e trap: door de volumeregelaar (“L”) en 3trap: door een potentiometer gekoppeld aan de afstemcondensator en wel zodanig dat de gevoeligheid per band over het gehele afstembereik constant is.
De detectortrap ( “Audion”) is een teruggekoppelde roosterdetector. Voor ontvangst van morsesignalen moet de trap net over het randje van genereren worden afgesteld voor maximale gevoeligheid. Dat doet deze ontvanger heel erg soepel.
Het audiosignaal kan naar keuze direct of via een laagfrequent toonfilter naar de hoofdtelefoon worden gestuurd. Het toonfilter (een bandfilter met twee spoelen) werkt zeer goed en geeft indien ingeschakeld een zeer rustige ontvangst.
Er bestaat een uitstekende en nog meer gedetailleerde beschrijving van de ontvanger, geschreven door Dick Rollema, PA 0 SE en verschenen in “Elektron” van december 1979. Onder de naam “Ons Nostagiehoekje”, klik op de link . Een Engelstalig artikel uit “Radio Bygones” no 72 vindt je onder deze link .
het instructieboekje vindt je onder deze link, ook het principeschema: klik op de link en het uitgebreide schema klik op de link
Er bestaat ook een Lo 6 L 39a versie: een Lange Golf ontvanger die loopt van 74 kHz tot 1530 kHz in 8 bereiken. Deze schijnt erg zeldzaam te zijn.
Mijn Lo6K39a heb ik eind jaren zestig (waarschijnlijk 1968) gekocht voor 10 gulden. Ik was op zoek naar onderdelen om een ontvanger te bouwen en een collega-radioamateur had een groot en zwaar apparaat staan waar hij dolgraag vanaf wilde. Dat zware apparaat stond in een piepklein kamertje en werd noodgedwongen gebruikt om op te zitten.
Hij was ook bezig het te slopen en de werkbank lag al vol onderdelen. Die hebben we toen in een plastic zak geschoven, samen met het apparaat drie trappen afgedragen en bij mij thuis weer twee trappen op naar de zolder.
Daarna is er weinig mee gebeurd. Omdat de voeding nog compleet was en een aantal kringen van de detectortrap nog functioneerden kwam er zelfs nog enig geluid uit, en hoewel ik al vrij snel zag dat de onderdelen in de zak niet voldoende waren om alle lege plekken in het apparaat te vullen, was dat voldoende om de sloop uit te stellen. Van uitstel kwam afstel.
Het apparaat heeft vervolgens zo’n 30 jaar staan sluimeren op zolder (met de zak onderdelen ernaast), heeft twee verhuizingen overleefd tot in 1999 werd besloten tot een serieuze restauratiepoging, want inmiddels had Duitse apparatuur uit die tijd mijn belangstelling gewekt.
Aangezien een duidelijk herkenbaar typenummer ontbrak moest ik eerst m.b.v. een bevriende relatie het apparaat identificeren, waarna in Duitsland de “Beschreibung fuer den Kurzwellen-Empfanger Lo 6 K 39a” kon worden verkregen. Daarin staat niet alleen een beschrijving van het apparaat, maar zijn ook schema’s en een lijst met onderdelen opgenomen. Niet alleen zijn in deze lijst alle componenten genummerd, maar deze nummers staan ook op de componenten zelf en zijn op het chassis gestempeld. Toen werd pas goed duidelijk wat er allemaal ontbrak....
Wel was het nu mogelijk de zaak systematisch aan te pakken. Gelukkig werkte het mechanisme van de spoelentrommel nog perfect en werkten de contactvingers nog in orde. Een aantal spoelblokken ontbrak en waren de wel aanwezige exemplaren niet allemaal compleet. Er horen er 48 in te zitten: 8 banden met elk 6 kringen. Daarnaast misten er ook nog wat andere onderdelen.
Dankzij wijlen Jan Wolthuis die ik toen regelmatig ontmoette en wel interesse in mijn project had, heb ik zo ongeveer alle ontbrekende onderdelen kunnen verwerven. Hij nam bij onze ontmoetingen op de diverse radiobeurzen geregeld een doos met allerlei “Lo-onderdelen” mee: “je haalt er maar uit wat je nodig hebt en de rest krijg ik wel terug”.
Daar ik helaas geen gedetailleerd restauratieverslag uit de periode 1999 - 2003 heb, geef ik een wat globalere beschrijving dan gebruikelijk en in een iets andere vorm. duidelijk zal zijn dat het meeste werk is gaan zitten in spoelen en condensatoren van het h.f. deel.
De beschikbare foto’s zijn helaas van matige kwaliteit, in 2002 genomen onder niet zo optimale omstandigheden. Het nu opnieuw uitkasten van een 65 kg zwaar apparaat voor betere foto’s staat me erg tegen, en ik heb me voorgenomen daarmee te wachten tot een defect optreedt dat demontage noodzakelijk maakt, waarna echt mooie foto’s kunnen worden genomen. Het apparaat werkt echter al jaren probleemloos....
Omdat mijn eigen foto’s dus nogal slecht zijn ben ik zo vrij geweest voor de duidelijkheid van het verhaal een foto te lenen van de site van de Noorse amateur LA 6 NCA. Een bezoek aan zijn website www.la6nca.net. is zeer de moeite waard.
Reparaties
Reparaties
De kast
- De voorkant van de kast is grijs gemoffeld en ziet er goed uit. Niet origineel, maar wel mooi. Niets aan gedaan dus. De zijkanten en de bovenkant zijn ooit grijs overgespoten. Onder deze laag was nog vaag het reliëf van tekst te zien. Door voorzichtig de bovenlaag te verwijderen en de letters met zwarte stift te restaureren zijn o.m. de teksten “A” en “zS” hersteld. Ook werden de letters EBG blootgelegd (“EinheitsBetriebsGeraet” – een soort schakelkast?).
- Antenne ingangen: de chassisdelen zijn nog aanwezig. De connectoren zijn niet meer te krijgen, maar de chassisdelen van de PL-pluggen passen precies in de antenne ingangen. Niet fraai, wel effectief.
- Het typeplaatje ontbreekt: is vervangen door een aangepaste tekst, evenals het ontbrekende “Lorenz” merk.
- Het schuifvakje voor aantekeningen op de voorkant ontbreekt eveneens nog.
- Aan de buitenkant van het chassis horen metalen afschermingen te zitten. Die waren allemaal verdwenen. Van dun aluminiumplaat nieuwe gemaakt.
- Met een viertal oude pootjes van Duitse herkomst en twee stukjes bandijzer twee handgrepen gemaakt.
- Origineel hoort er nog een deksel voor de voorkant bij en staat de ontvanger op een “Gestell” maar deze schijnen erg zeldzaam te zijn. Een deksel van hout moet na te maken zijn, maar dat is tot op heden nog niet gebeurd.
Het voedingsgedeelte
- Uitgebouwd en gecontroleerd. Dit gedeelte was compleet. Er zitten geen electrolytische condensatoren in, maar olie gevulde(?) en deze zijn in orde.
Het audiodeel
- Dit bevat de ijkgenerator en de audiotrap met toonfilter.
- Uitgebouwd en gecontroleerd. Het 100 kHz ijkkristal ontbrak. Een ander exemplaar ingezet dat niet helemaal op frequentie te krijgen is. (afwijking 5 kHz op 10 MHz). Nog op te lossen.
- Het audiodeel werkte correct. Toonfilter.(”Tonselection”) werkt goed (een van de weinige dingen waar niet aan was gerommeld) De uitgangstransformator t.b.v. de – hoogohmige – koptelefoonaansluitingen is in orde.
Het hoogfrequent deel
- Dit gedeelte is in de vorm van een aantal “kamertjes” uitgespaard in de chassis. Deze bevatten de “vaste” onderdelen zoals buisvoeten, weerstanden, condensatoren en draadverbindingen.
- De h.f. versterkertrappen waren redelijk compleet, de grootse “vernielingen” waren aangericht rondom de beide h.f. “Vorstufen”.
- Ontbrekende delen aangevuld m.b.v. het schema. Handig dat alle aansluitingen genummerd zijn.
- De eerste sectie van de dubbele afstemcondensator weer gemonteerd.
De spoelblokken
- Het grootste probleem bij de -nog aanwezige – spoelblokken waren de keramische trimmers (zie hierna) en de afregelkernen in de spoelen. Die zaten vast met wat lak (voorzichtig zacht gemaakt met wat Bisonkit verdunner) of waren stukgedraaid. Voorzichtig verwijderd en in een aantal gevallen een nieuw gleufje gemaakt met een klein freesje.
- De spoelen zelf zijn gewikkeld op een kunststof lichaam, maar daarbinnen bevindt zich een soort potkern welke uit twee delen bestaat. Sommige waren gebroken, die heb ik met secondelijn weer verlijmd. (ik heb helaas geen detailfoto van deze kernen.) De schroefdraad waarin de afregelkernen hoort te draaien was soms versleten. Met behulp van een gespleten lucifershoutje als opvulmateriaal gangbaar gemaakt: een soort houten schroefdraad.
- Er ontbraken ook spoelblokken en een aantal was niet compleet. Uit de “rommeldoos” van Jan het ontbrekende materiaal bij elkaar gevist. Een paar heb ik er moeten overwikkelen om voor de juiste frequentieband geschikt te kunnen maken. Een griddipper kwam hierbij goed van pas.
- Nadat alles gangbaar en compleet was gemaakt ze band voor band in de trommel geplaatst en afgeregeld.
- De spoelblokken zijn genummerd: b.v. 2/IV K betekent 2e kring kring (Vorkreis II) van band 4. 1/VI K is dus de 6e kring (Audionkring) van band 1. Wat de K betekent weet ik niet. Ik heb een foto bijgevoegd waarop het hele stel op één na te zien is.
De keramische trimmers.
Omdat zo ongeveer alle keramische trimmers in mijn Lo6k39 wel aan een van de onder 1) t/m 3) genoemde problemen leden, een extra uitleg over dit onderwerp.
Keramische trimmers bestaan uit twee delen: een vast deel en een deel, dat met een metalen schroefje draaibaar is bevestigd aan het vaste deel. Zowel op het vaste deel als op het draaibare deel is een half-cirkelvormig laagje geleidend materiaal aangebracht, meestal een zilverlegering. De werking is duidelijk: als beide laagjes zich recht boven elkaar bevinden heeft de trimmer de maximale capaciteit welke minimaal wordt als ze van elkaar afgedraaid worden. Het geleidende materiaal van het draaibare deel is via het schroefje verbonden met de aansluitlippen, dat van het vaste deel direct. Veel voorkomende problemen zijn:
- de trimmer zit vast en kan niet bijgesteld worden
- de (kwetsbare) verbinding tussen schroefje en geleidend materiaal is verbroken
- het geleidende materiaal is verdwenen.
Ze zitten in de spoelblokken en in de “kamertjes” van het chassis, en omdat het apparaat zo ongeveer herbouwd moest worden was het belangrijk dat alle trimmers – er zitten er zo rond de zestig in – goed gangbaar waren.
- Als ze afgelakt zijn, eerst de lak verwijderen (Bisonkit verdunner). Als ze daarna nog vastzitten, niet te hard aan draaien. Daardoor laat de soldeerverbinding met het schroefje los: zie 2). De truc is, om de stompe punt van een soldeerbout (50 Watt is voldoende) op de bovenkant van het schroefje te drukken en dat zo plaatselijk te verwarmen. Na enige tijd proberen of de trimmer loskomt, zo niet nog even volhouden. Meestal kan de trimmer na enig tijd weer gewoon gedraaid worden. Het moet niet nodig zijn om zoveel te verhitten dat de soldeerverbinding met het schroefje loslaat.
- Vastzittende trimmers worden doorgaans stukgedraaid waardoor de verbinding tussen schroefje en geleidend materiaal breekt. Als dat is gebeurd moet de verbinding worden hersteld. Eerst gangbaar maken zoals hierboven beschreven en pas daarna de verbroken verbinding herstellen met b.v. geleidende lijm op zilverbasis. Ik heb “Bison Electro” lijm gebruikt, dat echter al geruime tijd niet meer leverbaar is. Er schijnen alternatieven te zijn: het spul lijkt duur maar je hebt weinig nodig en het is ook geschikt voor het repareren van topaansluitingen van radiolampen, waardoor je de aanschaf ruimschoots terug verdient. Je kunt het ook proberen met soldeer. De herstelde verbinding eventueel sterker maken met secondelijm.
- Door oxidatie kan het materiaal gedeeltelijk verdwenen zijn. Herstellen als hierboven genoemd. Gelukkig is vaak alleen het aan de lucht blootgestelde materiaal verdwenen. Een zwarte kleur duidt niet altijd op een gebrek aan capaciteit omdat zilveroxide in zekere zin geleidend is. Probeer de zwarte laag nooit te verwijderen, gegarandeerd dat daaronder alleen keramisch materiaal te zien is….
Een heel verhaal, maar nieuwe trimmers liggen niet voor het oprapen. Als het echt niet lukt, een vervanger inzetten. Hetzelfde probleem kwam ik ook tegen bij de KwEa (Kurzwellen Empfanger Anton) waar ook heel veel spoelblokken inzitten…
De ontkoppelcondensatoren
- De op veel plekken aanwezige blokcondenstoren van 1 en 2 uF, merk “Bosch” waren bijna allemaal lek. Omdat er in de circuits relatief kleine stromen lopen hebben de lekken in deze condensatoren vrij veel invloed op de spanningen die de buizen krijgen. De inhoud heb ik verwijderd en vervangen door nieuwe condensatoren van dezelfde waarde. De condensatoren die vóór 1944 gebruikt werden zijn doorgaans van betere kwaliteit, maar die kwaliteit kon in 1944 en later niet meer bereikt worden. Aan de hand hiervan heb ik trouwens het bouwjaar van mijn Lo op 1944 ingeschat. De enige aanduiding die ik op het chassis kon vinden is: EL 2133-7 65739
De buizen RV12 P 2000
- Die zijn in 2013 nog eens allemaal op emissie getest en in orde bevonden.
Overige werkzaamheden
- De volumeregelaar werkte niet lekker. Na demontage van deze regelaar bleek een stukje van de koolstofbaan onderbroken te zijn. Een vervangend binnenwerk uit een Amerikaanse(!) potmeter bracht uitkomst. Ik weet geen details meer maar het was een hele operatie en er moest een stukje as worden afgedraaid.
- De hoogohmige weerstanden die als voorschakelweerstand voor de meter dienst doen waren defect. Hier niet originele moderne typen ingezet.
- Een passend “Solvitt” buislampje van 12 Volt 5Watt als schaalverlichting aangebracht.
- Netsnoer gemaakt met oud type geaarde contrastekker zoals gebruikt in oude straalkachels en strijkijzers.
- Overspanningsbuisje TE30 geplaatst met goed gelijkend kunststof afdekkapje.
Het afregelen van de ontvanger
- Het is een recht-uit ontvanger, dat betekent dat alle kringen in de opeenvolgende trappen op dezelfde frequentie moeten zijn afgeregeld. Verder is het van belang te weten dat de detectorkring (de “Audionstufe”) het meeste gewicht in de schaal legt bij het afregelen van de ontvanger. Daarom moet deze als eerste worden afgeregeld. De fijnregeling “Ton” bevindt zich niet voor niets in de “Audionstufe” (detectortrap)! Die zet je in de middenstand.
- Neem nu een h.f. signaalgenerator, kies een frequentie op ongeveer 90 % van het lage uiteinde van de schaal en stel de signaalgenerator op deze frequentie in. Draai nu aan de spoelkern totdat deze frequentie hoorbaar is. Doe hetzelfde aan de hoge kant van de schaal en draai nu aan de bij de spoel behorende trimmer totdat het signaal hoorbaar is. Herhaal dit een paar keer totdat de instellingen zo goed mogelijk kloppen.
- De voorliggende kringen ( 1. Vorkreis, 2. Vorkreis, 1. t/m 3. hf stufe) moeten daarna worden afgeregeld. Dat moet van achteren naar voren gebeuren, dus de beide “Vorkreisen” het laatste. Het zijn allemaal kwalitatief hoogwaardige kringen, dus het luistert vrij nauw.
- Ik had toen de beschikking over een ruisgenerator die per frequentiebereik een redelijk constante output had. Nadat ik de detectorkring had afgeregeld en de schaal dus klopte heb ik de andere kringen op het gehoor afgeregeld op maximum output en een gelijkmatig ruisniveau. Bij enkele spoelblokken was een trimmer verlopen en heb ik een klein condensatortje bijgezet om het kloppend te krijgen.
- Het afregelen gebeurt per frequentieband, dus de hele procedure moet 8 maal herhaald worden.
- Behalve in de spoelblokken bevinden zich in de compartimenten van de h.f. trappen ook nog keramische trimmers. Die heb ik voordat ik met afregelen begon in de middenstand gezet. Met deze trimmers kun je eventueel nog wat “smokkelen” nadat de ontvanger is afgeregeld.
- De spoelkernen na afregeling gefixeerd met wat harde bijenwas.
- Er zit een uitstekend laagfrequent toonfilter (1000 Hz) in deze ontvanger, uitgevoerd als bandfilter. Dat bestaat uit twee spoelen met kernen waaraan gedraaid kan worden, maar dat was bij deze ontvanger niet gebeurd.
Toestand na Restauratie/Prestaties
- Deze restauratie heeft met wat tussenpozen van 1999 tot 2003 geduurd. Het resultaat is een in mijn ogen heel goed werkende ontvanger. De afstemming verloopt licht, de terugkoppeling zeer soepel en de ontvangst is rustig en stabiel. Hij wordt niet dagelijks gebruikt – soms gaan er maanden overheen – maar tussen 2003 en heden (eind 2020) heeft hij probleemloos gefunctioneerd en ook een verhuizing overleefd.
- Zoals gezegd, het is na 80 jaar qua ontwerp en prestaties nog steeds een goede ontvanger. Nu is dat een subjectieve ervaring, maar er zijn door anderen metingen aan verricht en die bevestigen dat. Eigenlijk lees je alleen maar positieve reacties over dit toestel. Vandaar dat het wel eens “de beste recht-uit ontvanger ooit” wordt genoemd (“the best TRF set ever”)
Karakteristieken
Merk: | LORENZ |
Type: | Lo 6 K 39a |
Serienummer: | EL 2133-7 65739 |
Bouwjaar: | 1944 ? |
Frequentiebereiken: | band 1 (1500 - 2135 kHz), band 2 (2135 - 3050 kHz), band 3 (3050 - 4300 kHz), band 4 (4333 - 6160 kHz), band 5 (6160 - 8740 kHz), band 6 (8740 - 12400 kHz), band 7 (1240 - 1760 kHz), band 8 (1760 - 2500 kHz). |
Middenfrequentie: | geen, rechtuit ontvanger |
Buizenbezetting: | 6 x RV12P2000 1 x STV 150/20 |
Schaalverlichting: | 1 x 12 V 5Watt Osram 6418 |
Bediening: | zie documentatie |
Voedingsspanning: | 110/125/150/220/240 volt wisselspanning 40 Watt |
Antenne: | extern |
Externe Aansluitingen: | Net, Antenne, Koptelefoons, EBG |
Maten (H x B x D): | 54 x 50 x 32 cm |
Gewicht: | 65 kg |
Kast: | metaal |
Bijzonderheden: | Rechtuit ontvanger KW, Kriegsmarine, WO II. (“The best TRF set ever”) |
Typenummers componenten: | zie documentatie |
Collectienummer: status: | geen In de collectie |