Hoe het allemaal begon….

 

Voor technisch aangelegde jongens (en meisjes) waren de jaren vijftig en zestig een spannende tijd.

Aangemoedigd door bladen als “Radio Blan” en boeken als “Jongensradio” , beide van uitgeverij “De Muiderkring” en geholpen door winkels waar nog gewoon radio onderdelen verkrijgbaar waren, werd er een wereld aan mogelijkheden geopend.

Zelfs een simpele kristalontvanger (Philips Pionier 1) was, hoe vreemd het nu mag klinken, toen een openbaring. De kristal oortelefoontjes hiervan bleken ook nog een andere toepassing te hebben: ze konden ook als microfoon gebruikt worden. Met twee telefoontjes kon je met elkaar praten. Al spoedig ontstond er een heel telefoonnet tussen diverse vriendjes in de buurt. Er was één probleem; zelf woonde ik een huizenblok verder, met een straat er tussen, en kon dus niet actief meedoen. Pogingen de straat met draad te overbruggen strandden.

Dat probleem diende dus draadloos te worden opgelost. Nu was clandestien zenden in die tijd een taboe; de bladen waarschuwden daar altijd voor. Meestal gingen deze waarschuwingen gepaard met verhalen over schepen of vliegtuigen die erg in de problemen kwamen door illegale uitzendingen. Ook had je toen de “Radio Controle Dienst”, een naam waar een zekere dreiging van uitging, anders dan “Agentschap Telecom”.

De oplossing moest gezocht worden in alternatieven : “iets” met licht, of enige tijd later: “iets” dat via bestaande infrastructuur werkte. Maar hiervoor moest eerst de techniek ontwikkeld worden. Dit alles wordt verder uitgewerkt en is de basis voor de onderwerpen “Lichtzenders” en “UAEM”.

De hobby-ontwikkelingen leidden uiteindelijk en schijnbaar onvermijdelijk naar het onderwerp “Zenders”. Gelukkig was ik toen in aanraking gekomen met de VERON en “echte” zendamateurs die mij op het rechte pad hielden waarna ik mijn zendmachtiging behaalde. Zie verder het onderwerp “Zendamateur”.

Het luisteren naar de radio in die tijd betekende het luisteren naar zeezenders zoals Veronica, Caroline, London en andere. Ik heb altijd een zwak voor dit soort omroep gehad en hoop er bij het onderwerp “Zeezenders” aandacht aan te besteden.

In de “Bibliotheek”  zal geleidelijk aan documentatie en allerlei wetenswaardigheden worden opgenomen.

Onder “Radiolampen” zullen de kerngegevens van de meest voorkomende radiolampen – ook wel buizen – genoemd – komen te staan, een soort snelzoeklijst. Dit onderwerp moet nog ontwikkeld worden. Voor goede en gedetailleerde informatie over dit onderwerp verwijs ik naar een tweetal gespecialiseerde sites “http://www.tubedata.info  (Frank’s Electron Tube Pages) en http://www.hupse.eu/radio (John’s Radio Web)