De zender en ontvanger van PA 0 TAP
Deze installatie heb uit een erfenis verkregen omdat ik het er gewoon mooi vind uitzien en tevens een voorbeeld van hoe een zendamateur begin jaren zeventig of eind jaren zestig een zelfbouwproject kon uitvoeren.
Ik heb PA 0 TAP zelf nooit gekend. Ik weet dat hij in Amsterdam heeft gewoond en al geruime tijd terug is overleden. In oude jaargangen van “Electron” heb ik gevonden dat in maart 1966: “PA 0 TAP K. Engels, Klarenburg 291 Amsterdam, een C-machtiging is verleend”. Een C-machtiging hield in dat je uitsluitend op 144 MHz en hoger actief mocht zijn. Daarom neem ik aan dat later een A-machtiging is verleend waarmee je op alle banden actief mocht zijn. Ik vermoed dat het setje zo rond 1975 is gebouwd.
De complete set bestaat uit drie degelijke metalen kastjes: een CW/SSB/AMontvanger voor de 80 en 160 meter band, een telegrafiezender voor 10, 15 en 20 meter, en een converter voor 10, 15, 20 en 40 meter. Op elkaar gezet is het geheel circa 50 cm hoog en 35 cm breed. Elke eenheid heeft zijn eigen netvoeding zodat de zender en ontvanger ook “los” gebruikt kunnen worden.
Het geheel is degelijk en heel netjes uitgevoerd en alle componenten zijn bestreken met een conserverende lak. Wat het ook bijzonder maakt is de sticker met ( 25 jaar VRZA : 1951 -1976) en het PTT/RCD Registratiebewijs, een sticker die toentertijd op elk geregistreerd (legaal) amateur zendapparaat moest worden aangebracht
Het is in mijn ogen een “monumentje van zelfbouw” en bovendien werkt het na bijna 50 jaar en een beperkte servicebeurt nog steeds. Reden waarom ik het hier onder de aandacht wil brengen.
De schema’s van de zender en de converter die ik hierbij afdruk kloppen niet helemaal (die van de zender helemaal niet), hoewel dat van de converter aardig in de buurt lijkt te komen. Iets dat vaker voorkomt bij amateurspullen omdat vaak geput werd uit een aantal ontwerpen die naar eigen inzicht en voorhanden zijnd materiaal werden aangepast. De exacte schema’s heb ik (nog) niet. Van de ontvanger heb ik helemaal geen schema.
De Zender
De zender is opgebouwd uit drie trappen: een variabele oscillator, een frequentievermenigvuldiger en een eindtrap. Buizenbezetting resp. EF 80, EL 84 en 5763. De laatste is ook geschikt als VHF versterker. De output is variabel van bijna 0 tot maximaal 7 Watt.
De oscillator loopt van 7.000 tot 7050 kHz. Voor de 20 meter band wordt de tweede harmonische gebruikt, voor de 15 en 10 meter banden resp. de derde en vierde. Dat geeft voor de zender de volgende frequentiebereiken: 14.000 - 14.050 kHz, 21.000 - 21.100 kHz en 28.000 - 28.200 kHz.
Dat vereist wat afstemwerk: “PA Grid”, “PA Tune” en “PA Load” voor elke band. Roosterstroom en anodestroom worden weergegeven op een metertje. Het vermogen is regelbaar: van bijna 0 tot volle output. Het vermogen wordt geregeld door de schermroosterspanning van de 5763 tussen 0 en 300 Volt te regelen.
Er zit een handigheidje in: als je in de stand ontvangen de sleutel indrukt kun je afstemmen op de ontvangstfrequentie. De zender “tjoept” nauwelijks en de frequentiestabiliteit is voldoende.
Het sleutelcontact maakt deel uit van een weerstandgevoelig circuit: vervuiling van de sleutelcontacten geeft al gauw frequentieveranderingen.
Hoe de onderdrukking van ongewenste frequenties is heb ik niet gemeten. Op een andere ontvanger hoor ik wat zwakke signalen, maar In de praktijk werkt de antenne werkt ook als filter en de bandruis op deze frequenties is tegenwoordig ook helaas al erg sterk...
Er loopt al anode stroom zonder dat de sleutel wordt ingedrukt: de 5763 is in klasse A ingesteld (kathodeweerstand + ontkoppel-C). Bij het indrukken van de sleutel wijst de meter hetzelfde aan, maar door afstemmen zie je aan de dip in de anode stroom dat er h.f. geleverd wordt. Voor optimale output moet die dip inderdaad ongeveer 10 % bedragen. Bij een input van 12 Watt levert het zendertje bij optimale aanpassing ongeveer 7 Watt h.f., hetgeen ook het maximum is wat de 5763 aankan.
De Ontvanger
De ontvanger is ontworpen voor 80 en 160 meter en is als volgt opgebouwd: een h.f. trap met een EF 94, een mengtrap met een EK 90, een m.f. trap met een EF 94, l.f. detectie met een OA 79 diode en een l.f. trap met een ECL 82.
De oscillator frequentie wordt opgewekt met een ECC 81 waarvan één helft als oscillator werkt en één helft als buffertrap. De m.f. is 470 kHz. Na de mengtrap volgt een kristalfilter bestaande uit twee kristallen. De aangegeven waarde op deze kristallen is 25.0 en 25.1 MHz, maar dat klopt niet, op een van beide zit een etiketje waarop staat: 464,88 kHz. Het slijpen en ombouwen van kristallen was vroeger vrij algemeen, onder ervaren amateurs, maar hoe deze kristallen naar deze frequentie zijn geslepen is me een raadsel.
Dat raadsel is inmiddels opgelost: ze zijn niet geslepen. Een op dit gebied meer ervaren amateur schreef me het volgende:
"De kristallen van het filter in de ontvanger zijn zeer waarschijnlijk FT241 kristallen, afkomstig van de militaire Amerikaanse zender BC-604.
Dit is een FM zender en om voldoende zwaai in het bereik 20 - 28 MHz te krijgen werd er van een zeer lage kristalfrequentie uitgegaan die vele keren werd vermenigvuldigd. Vandaar de opdruk die de uiteindelijke zendfrequentie betreft. Er zijn heel veel van deze kristallen gemaakt (ik heb dozen vol) en ze werden door amateurs niet alleen in ontvangers maar ook in SSB zenders als filterkristallen op hun grondfrequentie toegepast.
De FT-241 kristallen zijn bruin, rood of zwart en hun grondfrequentie ligt tussen ongeveer 400 en 500 kHz. Het kristalplaatje hangt aan twee draadjes die aan de opgedampte zilverlaag zijn gesoldeerd. Bijna niet te slijpen of te etsen. Nogal kwetsbare constructie, zeker gelet op de mobiele toepassing zoals in tanks. Alleen bedoeld voor de zenders BC-604 en BC-684."
Het werkt goed, de selectiviteit is heel redelijk en voldoende voor praktisch gebruik, zeker samen met het audiofilter opgebouwd rondom de ECL 82.
Er is een BFO ingebouwd, met de EC 92 als oscillator. De voeding wordt gestabiliseerd met een OB 2.
Er zijn 3 frequentie bereiken: Bereik A loopt van 1750 tot 2000 kHz, bereik B van 3650 tot 4000 kHz en bereik C van 3500 tot 3700 kHz.
Het afstemmen vereist wat handigheid: er moeten twee ingangskringen (antennekring en preselector) afzonderlijk worden afgestemd. De teksten “80” en “160” naast de knoppen van de preselector geven een indicatie, maar het is heel eenvoudig de converter op een spiegelfrequentie af te stemmen.
De Converter
De converter bestaat uit een h.f. trap met een EF 184, een mengtrap met een EF 95 en oscillatoren met ECC 81. Opvallend is het gebruik van een EF 95 als mengtrap en de manier waarop: zowel de ontvangstfrequentie als de oscillatorfrequentie worden aan het stuurrooster van de EF 95 toegevoerd. De oscillator is kristalgestuurd en bestaat uit één triodehelft van een ECC 81. Voor de 40, 20, 15 en 10 meterband zijn twee stuks ECC 81 nodig. Er zijn drie kristallen aanwezig, met als opgegeven frequentie 3640, 5475 en 8325 kHz voor resp. 40, 20 en 15 m. Voor 10 meter wordt ogenschijnlijk de derde harmonische van het 40 meter kristal gebruikt.
Het afstemmen vereist ook hier wat handigheid: er moeten twee ingangskringen (h.f. trap en mixer) afzonderlijk worden afgestemd en ook de uitgangskring moet worden bijgesteld. De stipjes naast de knoppen geven een indicatie. Het is ook nu heel eenvoudig de converter op een spiegelfrequentie af te stemmen want die komt even sterk door als de gewenste frequentie in de amateurband.
Voeg daarbij dat de uitgangsfrequenties van de converter niet samenvallen met het begin van de amateurbanden op de ontvanger en zelfs onderling verschillen en het wordt duidelijk dat het bedienen van deze set wat ervaring vergt.
Zo dacht ik, afgestemd hebbende op de 20 meter band, dat deze “dicht” was omdat er alleen ruis was te horen. Op een andere ontvanger was deze band echt wel “open”: de juiste afstemming was een paar millimeter verderop... Vandaar de stipjes naast de knoppen.
Reparaties
Ik heb het setje in 2016 eens nagezien omdat er wat kleinere onregelmatigheden in zaten.
- Algemeen: buisvoeten ( preventief) gereinigd.
- Converter: Schakelaars en “RF Gain” potmeter haperen. Gaatjes in geboord en schoongespoten. Werkt weer naar behoren.
- Ontvanger: ECL 82 heeft last van microfonie. Vervangen en opgelost. De BFO frequentie iets bijgeregeld voor een soepeler klank.
- Zender: Stroommeter PA: omschakelaar tussen Ig en Ia schoongespoten. Oscillator van VFO iets bijgeregeld op 14.000, 21.000 en 28.000 MHz. zodat schaal weer klopt. Contacten Zend/Ontvangschakelaar gereinigd.
Huidige toestand
- Status juni 2020: werkt naar behoren. Even wennen aan de bediening maar dan heb je ook een aardig setje dat best leuk werkt. Toch bijna 50 jaar oud!