Capital Radio
- Radio Atlantis
- Radio Antwerpen
- Capital Radio
- Radio Condor
- Radio Delmare
- Radio Dolfijn – Radio 227
- Radio Mi Amigo
- Radio Mi Amigo 272
- Radio Monique-Radio 558-Radio 819
- Radio Noordzee/ RNI
- Radio Paradijs
- Radio Veronica
- TV Noordzee – REM Eiland
- De Mi Amigo, de lotgevallen van een zendschip
- De Antennes van de Zeezenders
In juni 1970 verscheen een nieuwe zeezender voor de Nederlandse kust: “Capital Radio”, uitzendend vanaf het schip de “King David”. De “King David” was een voormalige kustvaarder die in 1938 door de Noord Nederlandse Scheepswerven als de “Unitas” werd gebouwd. Later omgedoopt tot “Zeevaart”, en in 1970 naar Liechtenstein doorverkocht.
Capital Radio had een andere opzet dan de tot dan verschenen zeezenders: het station had een afwijkend muziekformaat, een idealistische achtergrond en een unieke ringantenne – omtrek 67 meter – volgens het DDRR principe. Minder uniek was dat het station door veel problemen geplaagd werd en maar kort in de lucht was. Uitgezonden werd op de 270 meter middengolf, 1115 kHz. De proefuitzendingen startten in juli en na wat vallen en opstaan gingen de officiële uitzendingen op 1 september 1970 van start.
Capital Radio was opgezet door “The International Broadcasting Society” I.B.S. (“een wereldwijde beroepsorganisatie van radio- en televisie medewerkers”) en volgens de statuten een internationale vereniging van radio- en televisieorganisaties en -medewerkers voor de uitwisseling, verzameling en coördinatie van omroepgegevens. Naar verluid waren in 1970 de enige Nederlandse leden de Gebroeders Verweij van Radio Veronica. De belangrijkste leidinggevende personen waren de Canadees Timothy Thomasson en zijn echtgenote Berthe Beydels. Beiden hadden elkaar in de jaren zestig leren kennen toen ze een werkcontract hadden bij Radio Nederland Wereldomroep.
De programma’s werden in een studio in Bussum opgenomen en aan boord afgedraaid. Het format was zgn. “easy listening”. Ook uitzendmogelijkheden tegen betaling lagen open voor alle mogelijke derden zoals politieke partijen en religieuze organisaties (zoals b.v. dominee Toornvliet van de “Radiogemeente”). Dit naast eigen reclameboodschappen. Ook dit maakte het concept van Capital Radio afwijkend van de normaal gangbare zeezender. “King David” moest de reus “Goliath” van het “staatsomroepbestel” te lijf gaan.
Uitzonderlijk voor het zeezenderbedrijf was ook dat bij Capital Radio meer vrouwen dan mannen waren betrokken, waarbij de – meestal vrouwelijke – bemanningsleden vielen onder de vlag van de Liechtensteinse marine met bijbehorend uniform, daar het zendschip King David onder de Liechtensteinse vlag was geregistreerd. Voor zover ik weet, was de King David het enige Liechtensteinse marineschip ooit.
Het is allemaal niet goed uit de verf gekomen, daarvoor hebben de uitzendingen te kort geduurd. De aankondiging/herkenningsmelodie van het station kun je hier beluisteren
De antenne was voor een zeezender een noviteit: in plaats van een hoge en kwetsbare maar beproefde zendmast werd een z.g.n. DDRR antenne (Direct Driven Ring Radiator)toegepast. Deze bestaat uit een ringvormige straler op geringe hoogte boven de grond. Deze antenne is uitgevonden door Dr Boyer van “Northrop” ten behoeve van militaire toepassingen in de jaren vijftig. De beste prestaties van dit type antenne worden geleverd indien deze wordt opgesteld boven een goed geleidend oppervlak, zoals zeewater, waarbij sprake is van een lage opstralingshoek en een sterke grondgolf.
Een bijkomend voordeel is dat minder ballast – als tegengewicht voor een hoge zendmast – nodig is en dat de antenne op de werf in Zaandam vrij onopvallend kon worden geïnstalleerd. Om praktische redenen waren de beide helften opklapbaar gemaakt. Het systeem heeft ook nadelen: er staan op het gehele systeem hoge spanningen die perfecte isolatoren vereisen.
Ook het gegeven dat de antennehoogte boven het zeeoppervlak door het rollen van het schip bij ruw weer voortdurend verandert heeft invloed op het uitgezonden vermogen. Ik meen me te herinneren dat hierdoor de signaalsterkte nog al eens op en neer ging. Hoewel er een 10 kW zender aan boord was is het vermogen bij mijn weten nooit meer dan 1kW geweest. Toch was ontvangst in grote delen van Nederland mogelijk.
Al iets meer dan een week na de start van de officiële uitzendingen ging het mis: bij een storm op 9 september brandde er onder meer een isolator door waardoor het schip weer terug naar de werf moest en pas op 12 oktober was de zender weer in de lucht. De zender had daarna regelmatig te kampen met problemen en was af en toe uit de lucht. Op 10 november 1970 was het definitief afgelopen.
In de vroege uren van die nacht sloeg het schip van zijn ankers en strandde op de kust voor Noordwijk. De motor kon niet tijdig worden gestart – de meningen verschilden over het waarom niet – maar het schip zat vast op het strand. De bemanning werd net voor de stranding door een reddingsboot van boord gehaald. Het kostte berger Wijsmuller drie dagen om het schip weer vlot te trekken en naar IJmuiden te slepen.
Na de stranding en het bergen van het schip in november 1970 werd het door Wijsmuller aan de ketting gelegd omdat de IBS de bergingskosten niet kon betalen. Het werd een jaar later met de complete inventaris voor 20.000 gulden verkocht aan Boele NV in Krimpen aan de Lek. Het heeft nooit meer als zendschip dienst gedaan.
bronnen: heel veel krantenknipsels uit mijn archief, klik op het knipsel om het te vergroten. Geen “Loepje” zoals bij de radio’s, dat leest niet lekker.